Achter in de ambulance
De nieuwe generatie ambulances kenmerkt zich door een zeer efficiënt opbergsysteem. De ambulance is voorzien van een schuifdeur aan de linkerzijde waar de grote spullen ergonomisch opgeborgen zijn.
In diverse kasten is ruimte voor alle materialen. Deze zijn makkelijk toegankelijk en binnen handbereik bij het werk in de ambulance.
Medicijnen
De medicijnvoorraad in de ambulance bevindt zich in een afsluitbare kast.
Spoedkoffer
Alle materialen en medicijnen die we nodig hebben tijdens een hulpverlening zitten in een aluminium koffer. Samen met zuurstof en de monitor gaat deze koffer bijna altijd mee naar de patiënt. De spoedkoffer weegt vol ongeveer 16 kg!
Zuurstof
Er zijn twee 5 liter zuurstofflessen aanwezig in de ambulance. Elke fles is goed voor 1000 liter zuurstof (5 liter x 200 bar). De zuurstofflessen worden door een extern bedrijf bijgevuld.
Onze Lifepak 15 monitor
De Lifepak 15 kan defibrilleren, extern pacen, een ritmestrook / 12 afleidingen maken en beoordelen, de bloeddruk meten, de saturatie meten, CO2 meten en we kunnen op dit apparaat alle patiëntgerichte gegevens invoeren. We gebruiken de Lifepak 15 in combinatie met het Digitale Rit Formulier (DRF). Alles wordt digitaal opgeslagen en digitaal verzonden of geprint.
Het beademingspaneel
Met dit paneel kunnen wij een patiënt volledig beademen. Tijdens gebruik buiten de ambulance heeft dit apparaat zijn eigen 2 liter zuurstoffles en in de ambulance wordt het paneel aangesloten op de 5 liter zuurstoffles.
De uitzuigunit
Boven het beademingspaneel ziet u de Laerdal Suction Unit (LSU). Dit is de zogenaamde “uitzuigunit”. Hiermee zuigen wij sputum, e.d. weg bij de patiënt. Dit apparaat wordt meestal bij reanimaties gebruikt. We gebruiken dit apparaat soms ook om onze vacuümspalken en -matras vacuüm te zuigen. Het is een zeer effectief apparaat dat een groot vacuüm kan creëren om een patiënt (of een vacuümspalk) te kunnen uitzuigen. Het apparaat wordt met één beweging uit de houder gehaald voor gebruik. De unit maakt gebruik van disposable zakken, zodat het apparaat zelf nooit “vervuilt”.
Boven de LSU kunt u de spuitenpomp zien. Patiënten die wij overplaatsen vanuit een hartbewaking krijgen met systeem hun medicijnen. Omdat wij zelf over deze spuitenpomp hebben, hoeft het ziekenhuis niet een pomp uit het ziekenhuis mee te geven.
Hulpmiddelen
In de ambulance hebben we extra hulpmiddelen om de patiënt te fixeren, verplaatsen en vervoeren. Op deze foto ziet u de wervelplank (met headblocks), de schepbrancard, “het stoeltje” (om iemand zittend van een trap te verplaatsen), nekkragen in diverse maten, de lange en korte spalk en de daarbij behorende vacuümpomp. Verder hebben we in de ambulance nog een vacuümmatras.